Amsterdamse waterleidingduinen, foto MOOI Noord-Holland

Stem op 15 maart tijdens de waterschapsverkiezingen

In dit artikel lees je meer over de geschiedenis van de waterschappen en over watererfgoed, want waterschappen hebben veel invloed op ons erfgoed en het cultuurlandschap. Een stukje achtergrond in het kader van de waterschapsverkiezingen.

Op 15 maart zijn de waterschapsverkiezingen. De partijen die hier aan meedoen denken verschillend over hoe om te gaan met de verschillende uitdagingen van het waterschap. Dilemma’s voor de toekomst van het water zijn er genoeg. Bouwen we met oog op de klimaatverandering hogere dijken of moeten we zelf wijken (ruimte vrijhouden voor water)? Bepaalt het water waar nieuwe huizen mogen worden gebouwd of bepalen de huizen waar het water mag komen? Moet bewuster worden omgegaan met watergebruik of moet meer belastinggeld worden geïnvesteerd in zuiveringen? Vooraf investeren in oplossingen om schade door droogte en wateroverlast te voorkomen of repareren als het zover is? (Extra) geld vrijmaken voor het behoud van historisch waterschapserfgoed of focussen op nieuwe ontwikkelingen? Als je hierover wilt meebeslissen, kun je gaan stemmen. Het werk van het waterschap is immers van invloed om jouw leefomgeving. Om te kijken welke partij het beste aansluit bij jouw standpunten, kun je de online stemhulp gebruiken op de website van het waterschap.

Campagnebeeld, foto van Waterschapsverkiezingen
Geschiedenis

Waterschappen behoren tot de oudste instituties van het Nederlandse staatsbestel. Dat is niet vreemd, want al eeuwenlang wordt de inrichting van Noord-Holland door onze omgang met het water bepaald. Toen Holland in de elfde en twaalfde eeuw op grote schaal in cultuur werd gebracht door de veenmoerassen te ontginnen, trad een voortschrijdend proces van bodemdaling en wateroverlast in werking. Kaden waren nodig ter beheersing van de waterstand binnen elke ontginning afzonderlijk, en ter bescherming tegen het buitenwater. In het begin volstond de aanleg van kaden (dijkjes van geringe omvang) omdat bij de aanvang van de ontginningen het veengebied nog tamelijk hoog lag. Hogere eisen aan de dijk werden gesteld toen de ontgonnen gebieden gingen inklinken, waardoor menig polder enkele meters beneden het oorspronkelijke niveau was komen te liggen. Bovendien nam de interlokale betekenis van de dijken toe naarmate de ontginningen aaneengroeiden, de aparte dijkjes een doorgaande waterkering vormden en de gevolgen van overstromingen ernstiger werden.

Het dijkonderhoud was van begin af aan een zaak van publiek belang. Het onderhoud van kaden, watergangen en dijken vond in gemeenschapsverband plaats. Het systeem achter het onderhoud van de dijken berustte op verhoefslaging, waarbij op elk vanaf de dijk opstrekkend perceel de onderhoudsplicht rustte van het voorliggend stuk dijk (dijkslag). Later werden ook niet aan de dijk grenzende gebieden bij het dijkonderhoud ingeschakeld. De controle op het onderhoud werd uitgevoerd door de heemraad, bestaande uit vertegenwoordigers vanuit de lokale bevolking van een gebied (heim). In de dertiende eeuw nam de interlokale en zelfs interterritoriale samenwerking bij het dijkbeheer toe. Mede doordat inklinking leidde tot een toenemende bedreiging van overstromingswater uit meren, Noordzee en Zuiderzee. Hoogheemraadschappen werden opgericht met het doel het onderhoud van dijken, onder toezicht van een bovenlokaal college van dijkgraaf en hoogheemraden. Waterschappen vormen daarmee de basis van het poldermodel: van oudsher hebben waterschappen de taak om namens de bewoners van een bepaald gebied de waterhuishouding te regelen.

Het eerste officiële waterschap was het Hoogheemraadschap van Rijnland dat in 1255 werd ingesteld door graaf Willem II van Holland en nu nog steeds bestaat. Niet veel later werden er vele andere Hoogheemraadschappen opgericht. Een aantal waterschappen draagt vandaag de dag nog steeds de oude benaming Hoogheemraadschap door hun zeewerende taken. Volgens de wet is er geen verschil: die kent alleen waterschappen.

Hargerpolder, foto van Anna Groentjes
De organisatie

Een waterschap is een door de Provinciale Staten ingesteld openbaar lichaam. Het hoogste orgaan van een waterschap is het algemeen bestuur en kan worden vergeleken met de gemeenteraad. Het stelt het beleid van het waterschap vast en controleert of het dagelijks bestuur het beleid goed uitvoert. Het algemeen bestuur bestaat uit 18 tot 30 leden. De leden van het algemeen bestuur worden ook wel hoofdingelanden genoemd. Het algemeen bestuur wordt, tegelijkertijd met de provinciale statenverkiezingen, om de vier jaar gekozen via de waterschapsverkiezingen. Dit zijn veelal ingezetenen van het waterschap. Een deel van het algemeen bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van boeren en natuurbelangen, zij worden niet gekozen via verkiezingen maar hebben zogeheten geborgde zetels.

Het algemeen bestuur kiest uit zijn leden een aantal heemraden om zitting te nemen in het dagelijks bestuur. Een heemraad is tegenwoordig een lid van het dagelijks bestuur en heeft een vergelijkbare functie als een wethouder. Meestal bestaat het dagelijks bestuur uit zo’n vijf personen. Dit bestuur is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van het beleid van het waterschap. De leden van het dagelijks bestuur blijven ook lid van het algemeen bestuur.

Zowel het algemeen bestuur als het dagelijks bestuur wordt voorgezeten door een dijkgraaf. De dijkgraaf heeft als voorzitter van een waterschap een vergelijkbare functie als een burgemeester. Alleen in het dagelijks bestuur heeft de dijkgraaf zitting en stemrecht. Het college van dijkgraaf en heemraden is te vergelijken met het college van burgemeester en wethouders bij de gemeente. Een dijkgraaf wordt voor een periode van zes jaar door de Kroon benoemd.

Molen aan de Gein, foto van Waterschap AGV
De Noord-Hollandse waterschappen

In het verleden waren er wel duizenden kleine waterschappen in Nederland. Om de taken te kunnen concentreren en beter aan de technische en financiële eisen te kunnen voldoen zijn waterschappen met elkaar gaan fuseren. In 1950 waren er nog 2.600 waterschappen, in 1980 is dat aantal verder teruggebracht naar 260. Op dit moment zijn er nog 21 waterschappen in Nederland. Noord-Holland telt drie waterschappen: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en Hoogheemraadschap van Rijnland.

Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is in 2003 ontstaan na samenvoeging van het Hoogheemraadschap van Uiterwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier en een vijftal inliggende waterschappen: het Lange Rond, Hollands Kroon, de Waterlanden, Groot-Geestmerambacht en Waterschap Westfriesland. Het HHNK is verantwoordelijk voor het waterbeheer in het gebied ten noorden van het Noordzeekanaal inclusief Texel.

Het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht is in 1997 ontstaan uit het voormalige Hoogheemraadschap Amstel en Vecht en het Zuiveringsschap Amstel- en Gooiland. Het gebied waar het AGV verantwoordelijk voor is heeft een oppervlakte van 700km2 en is verspreid over drie provincies. De noordgrens loopt langs de oevers van het IJmeer en het Gooimeer. Aan de oostkant wordt het waterschap begrensd door de Utrechtse Heuvelrug en aan de westkant door het Hoogheemraadschap van Rijnland. Aan de noordwestkant ligt Amsterdam en aan de zuidkant loopt het tot in de stad Utrecht.

Het Hoogheemraadschap van Rijnland, het oudste officiële waterschap in Nederland, is verantwoordelijk voor het gebied dat zich uitstrekt van Wassenaar tot Amsterdam en van IJmuiden tot Gouda. Het gebied wordt aan de westkant begrensd door de Noordzee.

Diemerzeedijk, met fietser, foto van Waterschap AGV
Taken van het waterschap

In Noord-Holland wordt voortdurend gewerkt aan het veilig houden van het land en de aanwezigheid van voldoende zoet water. Dit zijn de taken van de waterschappen, maar zij zetten zich bijvoorbeeld ook in voor wegenbeheer (voornamelijk polderwegen) en vaarwegenbeheer. De waterschappen beschermen Nederland tegen overstromingen door dijken te onderhouden en te versterken, ruimte te maken voor rivieren bijvoorbeeld door nevengeulen en uiterwaarden aan te leggen en het waterpeil te beheersen door water weg te pompen als het te hoog staat. Er zijn op dit moment in Noord-Holland grote dijkversterkingsprojecten gaande, bijvoorbeeld de verbetering van de Waddenzeedijk en de versterking van de Markermeerdijken.

Verder zorgen waterschappen voor schoon water in sloten, rivieren, meren en beken door het rioolwater te zuiveren zodat het terug kan stromen in de rivieren. De rioolwaterzuiveringen van de waterschappen maken elke dag miljoenen liters rioolwater schoon, uit het afvalwater wordt ook energie gehaald in de vorm van biogas. Dit biogas kan worden omgezet in groene stroom.

Ook meten en bewaken de waterschappen de waterkwaliteit. Ze maaien oevers en baggeren sloten zodat het water niet te troebel wordt en blijft doorstromen.

Tot slot houden de waterschappen zich bezig met de watervoorraad. Bijvoorbeeld door water op te slaan in tijden van droogte en het water af te voeren als het veel regent. Waterschappen leggen bijvoorbeeld extra waterbergingsgebieden aan om water in op te slaan als er teveel water is.

Waterschappen en cultureel erfgoed

Waterschappen bezitten vanuit het verleden veel watererfgoed, denk bijvoorbeeld aan de molens, gemalen, sluizen, sluiswachtershuisjes, dijken, dijkmagazijnen en dijkpalen. Maar bijvoorbeeld ook landkaarten en molenmakersgereedschap behoren tot de collectie. Al die monumenten en objecten samen vertellen het verhaal van het waterbeheer door de eeuwen heen, het verhaal van de oorsprong van ons landschap. Waterbeheer dat voor Noord-Holland een scheppende en vormende rol heeft (gehad) is terug te zien in het landschap en de inrichting van het gebied. Deels bestaat dit erfgoed uit operationeel erfgoed dat ons land nog steeds beschermt en noodzakelijk is om te leven met water. De waterschappen geven als beheerder van onder meer watergangen, waterbergingen, dijken, gemalen en sluizen vorm aan het cultuurlandschap. Vanuit de oorspronkelijke functionele taakgerichtheid op waterbeheer verbreedt die blik zich meer en meer naar integraal en gebiedsgericht werken in samenspraak met andere overheden en organisaties. Het is belangrijk om het waterverhaal zichtbaar te houden; zien, voelen en beleven op locatie draagt sterk bij aan het vergroten van het historisch besef en het waterbewustzijn. 

Lingerzijde Wijngaardsgracht, Pompsluis Edam, gemeente Edam-Volendam. Foto MOOI Noord-Holland
Bronnen
  • Waterschappen.nl
  • overheid.nl
  • hhnk.nl
  • Oud, I., N. Ney, M. Schreijer, Visie op het Watererfgoed van Hollands Noorderkwartier, 2017

Met dank aan Ingrid Oud, Adviseur Watererfgoed bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK), voor haar aanvullingen op het artikel.

(Beeldverantwoording: Foto’s van www.waterschapsverkiezingen.nl, MOOI Noord-Holland, Anna Groentjes, Waterschap AGV)

Deel dit artikel

Categorieën

Tags

Gerelateerde berichten

  • Stille ruilverkaveling: historische verkavelingspatronen in het geding

    Categorie: Cultuurlandschap

    Watererfgoed is van belang voor de identiteit van Noord-Holland. Onderdeel van dat watererfgoed zijn historische waterstructuren, maar die zijn lang niet altijd beschermd. Onderzoek wijst uit dit erfgoed in onze provincie verdwijnt en dat er onvoldoende borging bij gemeenten. 

  • ‘Erfgoed als uitgangspunt’, een interview met Carola Hein

    Categorie: Gebouwd erfgoed, Omgevingswet

    Carola Hein sprak tijdens ons Samen Slimmer symposium over de veelzijdige historie van ons water en benadrukte hoe belangrijk het is om hier op een brede manier over na te denken. Hoe kunnen we omgaan met de waardeverandering in relatie tot ons watererfgoed? En hoe kunnen we het narratief benutten door het watererfgoed in te zetten voor een duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving?