Archeologie geeft je een warm gevoel!

Weg met het aardgas, lang leve de aardwarmte! Een positieve ontwikkeling voor de toekomst van onze planeet. Minder aardgas, minder CO2 en daardoor uiteindelijk minder broeikaseffect. Dat onze landgenoten in het Groningse er ook nog indirect van profiteren door minder bodemdaling, is een extra plusje.

Tegelijkertijd bestaan er ook zorgen. Zorgen dat we in ons nobele streven om de planeet te redden en daarmee onze toekomst, te weinig oog hebben voor het verleden. Dit verleden kunnen we zien en beleven zolang het bovengronds is. Genieten van de mooie architectuur van Dudok, een middag in het Muiderslot of een wandeling langs de prehistorische grafheuvels op de Westerheide in Hilversum. Maar dit is maar een klein deel. Het grootste deel van ons verleden ligt in de bodem verborgen en wordt pas zichtbaar en beleefbaar door archeologisch onderzoek.

Kwetsbaar verleden en grondverzet

Dat dieper weggeborgen verleden heeft nog een extra eigenschap: het is kwetsbaar. Want je kunt maar één keer ter plekke de samenhang en het totale verhaal onderzoeken; daarna zijn alleen de tastbare vondsten over, samen met de archeologische documentatie. Daarom is het beleid voor het ondergrondse erfgoed gericht op behoud. De sporen van het verleden liggen het veiligst opgeborgen in de grond. Tenminste, zolang daar niet al teveel in wordt gerommeld.

En daar begint het te wringen. Want de energietransitie, en ook aardwarmte, gaat met flink wat grondverzet gepaard. Aardwarmte is er in soorten en maten: diepe aardwarmte waarbij ter grootte van een voetbalveld of twee, meestal flink onderheid wordt om te zorgen dat er op een paar kilometer diepte naar die aardwarmte kan worden geboord. Het uiteindelijke effect bovengronds valt reuze mee: een soort enorme parkeerplaats met daarop een vrij klein gebouw. Ondergronds is echter de schade al aangericht: tot grote diepte is de bodem verstoord. Eventuele resten uit het verleden zijn dat dus ook, tenzij er op tijd is nagedacht en ingezet op behoud, in situ of, door uitgebreid onderzoek vooraf, ex situ. Maar ook verderop vindt grondverzet plaats: de gewonnen aardwarmte wordt via een buizenstelsel getransporteerd naar de afnemer. Dit kan helaas niet via het bestaande aardgasnet; het vereist andere diameters en andere diktes van buizen, die bovendien ook niet te dicht op het waternet moeten worden aangelegd. Deze ondergrondse buizenstelsels kunnen lange banen trekken door terreinen waar archeologie wordt verwacht. Onderzoek je niet wat er wordt verstoord, dan mis je niet alleen de informatie uit deze banen, maar is ook hetgeen je behoudt steeds moeilijker te interpreteren Je zou het kunnen vergelijken met het maken van brede krassen in de verf van een nog maar vaag herkenbaar schilderij. Net zoals de restaurator krijgt de archeoloog dan te maken met witte vlekken in het beeld van het verleden.

Zuurstof

Bij de minder diepe vormen van aardwarmte zijn er verschillende aanlegmethoden mogelijk. Open systemen voor bodemenergie gebruiken watervoerende pakketten in de ondergrond maar het is ook mogelijk om ondergrondse buffers aan te leggen. De gesloten systemen maken gebruik van lussen in de ondergrond waar circulatievloeistof doorheen wordt gepompt. Deze lussen worden door grondboringen gerealiseerd. Systemen voor warmte- en koude opslag (WKO), die je misschien zelf inmiddels ook wel één in huis heeft laten aanleggen, zijn kleiner maar hebben evengoed een impact op de ondergrond: kleinere leidingen die in het horizontale of verticale vlak in de ondiepe ondergrond worden aangelegd, of in andere constructies.
Ik hoor je denken: Dat scheelt al voor de archeologie! En inderdaad: het grondverzet is stukken minder. Maar hier schuilt nog wel een addertje onder het gras. Elk graafwerk, ook een diepteboring, veroorzaakt extra toevoer van zuurstof in de ondergrond. Dit leidt tot oxidatie waardoor sporen en voorwerpen en resten van plantaardig materiaal, hout, been, leer, textiel, ijzer en dergelijke verdwijnen.

Voor het plastic tijdperk

Vóórdat plastic en kunststof ons leven gingen beheersen, zo pakweg na de Tweede Wereldoorlog, bestonden veel van onze gebruiksvoorwerpen uit organisch, vergankelijk materiaal: houten kratten, juten zakken, wollen kleding, koetsen met leren huif, houten vaartuigen, borden, bezems, gereedschappen, wapens variërend van ijzeren zwaard tot houten boemerang, kinderspeelgoed, huizen van hout, vlechtwerk en leem, religieuze voorwerpen. Ook voedselresten zijn vergankelijk maar heel informatief: introductie van de landbouw, nieuwe voedselsoorten (zoals de kip en de walnoot, allebei te danken aan de Romeinen), veeziekten… Willen we iets over het verleden weten, dan zijn dit de zaken die er juist toe doen. Kijk maar even rond in je eigen huis en denk alle organische materialen weg: welk verhaal laat je nog achter? Die leuke gevlochten mand die je van een reis uit Afrika hebt meegenomen, de kranten die erin zitten, je zijden sjaal, het houten dressoir van je grootouders, de gordijnen, je leren tas, het speelgoed van je kind… En hoe ziet dat er uit als het tweeduizend jaar of langer in de bodem heeft gelegen?

Die overblijfselen, zijn de puzzelstukjes waar de archeologen het mee moeten doen. Niet of nauwelijks zichtbaar, en onderschat qua informatiewaarde. Want schriftelijke bronnen vertellen maar een heel klein gedeelte van het verhaal. Kijk je in ons land naar het voorkomen van de mens en vergelijk je het met een klok van 24 uur, dan hebben we misschien van het hele menselijke verhaal in onze streken alleen wat historische bronnen over de laatste 8 minuten. Wat er in die bijna 24 uur daarvoor is gebeurd, is alleen te achterhalen door archeologisch onderzoek.

Puzzelen voor verleden én toekomst

Archeologen vertellen op basis van die puzzelstukken het verhaal waar we vandaan kwamen, hoe we met elkaar zijn omgegaan en met onze omgeving. Aardwarmte gaat straks een positieve bijdrage leveren aan onze toekomst. Laten we met elkaar zorgen dat het dat ook doet voor het verleden. Blijf daarom alert bij ontwikkelingen en vergunningaanvragen, vraag door naar aanleg en impact. Denk daarbij ook aan het inrichten van bouwterreinen en de aanleg van werkwegen. Misschien vereist dat wel iets meer puzzelen op de combinatie tussen ondergrond, verleden en toekomstige bouwplannen. Het verleden ligt onder onze voeten; koester het, bescherm het of stel het veilig. Zo blijft het mogelijk om het lange en boeiende verhaal van de duizenden generaties voor ons te blijven ontdekken en door te vertellen.

Is je gemeente aan de slag met de energietransitie? Ga een gesprek aan met de projectleider, leg uit dat er gevolgen kunnen zijn voor het cultureel erfgoed (archeologie maar ook zichtlijnen bij monumenten bijvoorbeeld) en dat het de moeite waard is om er bij het zoeken al rekening mee te houden. Zijn er al oplossingsrichtingen en is archeologisch erfgoed in het geding? Ga dan samen na of er nog alternatieven zijn, bijvoorbeeld behoud door planinpassing of door een andere bouwwijze. Is behoud in situ geen optie, leg dan uit wat er voor archeologie moet gebeuren, welke tijdspaden dit met zich meebrengt en op welke moment er gestart moet worden om de hele Archeologische Monumentenzorg (AMZ)-cyclus goed te kunnen doorlopen.
Heb je advies nodig? Neem dan contact op met het Steunpunt, daar zijn we voor!

(Tekst: Monica Dütting, Beeldverantwoording: Bert van As, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, objectnummer 530.669)

Deel dit artikel

Categorieën

Tags

Gerelateerde berichten

  • Gemeenten bevoegd gezag vergunningverlening bij archeologische rijksmonumenten

    Categorie: Archeologie

    Met inwerkingtreding van de Omgevingswet is de gemeente het bevoegd gezag bij zogeheten meervoudige aanvragen bij archeologische rijksmonumenten. Bijvoorbeeld in combinatie met een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit of een omgevingsplanactiviteit. Meestal gaat het om verstoring in de bodem van het archeologische monument.

  • Benutten en beleven van archeologie

    Categorie: Archeologie

    De fundamenten van een kasteel die volledig onder de grond liggen, een opgraving die achter hekken plaats vindt of bijzondere vondsten, maar geen plek om ze te laten zien. Hoe maken gemeenten archeologie zichtbaar en beleefbaar?