Gemeenten kunnen gebouwen, objecten en structuren aanwijzen als gemeentelijk monument. In dit artikel lees je hoe deze procedure in z’n werk gaat in drie stappen. Let op: het gaat hier om de ‘oude’ aanwijzingsprocedure op grond van de erfgoedverordening. Wijs je monumenten aan in het omgevingsplan? Lees dan hier verder.
Het is wettelijk verplicht voor gemeenten om rekening te houden met cultureel erfgoed, door het te inventariseren en te beschermen. Als er geïnventariseerd is, kan een gemeente kiezen om objecten of structuren aan te wijzen als gemeentelijke monumenten, of er een andere vorm van bescherming aan toe te kennen. Om een gemeentelijk monument aan te wijzen doorloop je drie stappen: het voortraject, een besluit tot voornemen en een definitief besluit.
Over het algemeen zijn er twee aanleidingen voor gemeenten om de procedure tot aanwijzing van een gemeentelijk monument te starten:
- Op initiatief van de gemeente, bijvoorbeeld naar aanleiding van een cultuurhistorische inventarisatie of bij sloopdreiging;
- Op verzoek van een belanghebbende zoals de eigenaar, een lokale historische vereniging of een landelijke erfgoedvereniging zoals Heemschut of het Cuypersgenootschap.
Erfgoedverordening
De kaders voor het aanwijzen van monumenten worden geformuleerd in het gemeentelijk erfgoedbeleid. Of en hoe gemeenten monumenten aanwijzen, staat in de gemeentelijke erfgoedverordening – bijvoorbeeld hoelang een procedure mag duren, of de gemeente aan voorbescherming doet, op welke wijze zij de bescherming vormgeeft (vergunningplicht, instandhoudingsplicht), en wanneer de gemeentelijke adviescommissie geraadpleegd wordt. Bij de meeste gemeenten is het college bevoegd om gemeentelijk erfgoed aan te wijzen.
Stap 1: Het voortraject
In gesprek met de eigenaar
Als er overwogen wordt om een object als gemeentelijk monument aan te wijzen, is de eerste stap om contact te zoeken met de zakelijk gerechtigden. Dit doe je door middel van het sturen van een brief, waarin je uitlegt dat de gemeente overweegt het object als gemeentelijk monument aan te wijzen en hoe die procedure eruit ziet. In deze brief nodig je de eigenaar uit voor een gesprek, waarin een eigenaar vragen kan stellen en je een toelichting kunt geven over de procedure. Het is niet verplicht om met een eigenaar in gesprek te gaan, maar wij raden dat wel aan, omdat je zo een goede relatie opbouwt met de eigenaar.
Onderzoek naar monumentale waarden
In deze brief laat je de eigenaar weten dat er een onderzoek wordt gedaan naar het pand om te bepalen of het inderdaad monumentwaardig is. Dat onderzoek noem je een redengevende omschrijving (of registerbeschrijving of waardestelling). Je kunt in deze brief de eigenaar vragen of het interieur van het pand door de onderzoekers bezichtigd mag worden. Als dat niet kan, wordt het pand onderzocht vanaf de openbare weg. Je kunt zelf een redengevende omschrijving opstellen, of daar een extern adviesbureau voor vragen.
Advies van de commissie
De meeste gemeenten hebben in hun erfgoedverordening opgenomen dat er advies wordt gevraagd aan de gemeentelijke adviescommissie om al dan niet over te gaan op de aanwijzing tot monument. Daarbij kan worden opgenomen dat het bevoegd gezag gemotiveerd kan afwijken van het advies van de commissie. Als de redengevende omschrijving is afgerond, kun je deze voorleggen aan de commissie en hen vragen of er voldoende sprake is van monumentale waarden om over te gaan op bescherming. Als je voorbescherming overweegt, kun je dit ook aan de commissie voorleggen.
Stap 2: Besluit tot voornemen
Op basis van het gesprek met de eigenaar, de redengevende omschrijving en het advies van de commissie, kun je met je wethouder overleggen of die de aanwijzingsprocedure wil starten. Als dat het geval is, wordt er eerst een besluit tot voornemen genomen door het college. In dit collegebesluit worden de verschillende belangen door het college gewogen.
Het is wettelijk verplicht om alle zakelijk gerechtigden over dit besluit te informeren met een brief. Het is verstandig om deze brief aangetekend te versturen. In deze brief moeten in ieder geval de volgende zaken staan:
- De adresgegevens en de perceelnummers;
- Op grond van welk artikel uit de erfgoedverordening besloten is om de procedure te starten;
- Een korte motivatie waarom het college van burgemeester en wethouders besloten heeft om de procedure te starten;
- Een uitleg over de gevolgen van een aanwijzing tot gemeentelijk monument;
- Een uitleg over hoe de zakelijk gerechtigde een zienswijze in kan dienen;
- Contactgegevens voor meer informatie;
- Als bijlagen: het collegebesluit, de redengevende omschrijving en het advies van de commissie.
Stap 3: Definitief besluit
Na een periode voor zienswijzen neemt het college het definitieve aanwijzingsbesluit. Het verschil met het besluit tot voornemen is dat het college in haar weging nu de eventuele zienswijzen meeneemt. Eventuele zienswijzen moeten geadresseerd worden in het collegebesluit; er moet gemotiveerd worden of en waarom het algemeen belang zwaarder weegt dan de belangen van de eigenaar. Als er in de zienswijze getwijfeld wordt aan de monumentwaardigheid van het pand, kan het verstandig zijn om de gemeentelijke adviescommissie opnieuw om advies te vragen.
Het uiteindelijke besluit gaat ter kennisgeving naar de raad. Het nieuwe monument wordt ingeschreven in het gemeentelijke erfgoedregister, het gemeentelijke beperkingenregister en in het Kadaster.
De zakelijk gerechtigden moeten per (aangetekende) brief worden geïnformeerd over het definitieve besluit. In deze brief moet je in ieder geval deze zaken opnemen:
- Een verwijzing naar de eerdere kennisgevingsbrief aanwijzingsproces;
- De adresgegevens en perceelnummers;
- Een vermelding dat er een besluit is genomen om het object aan te wijzen als gemeentelijk monument;
- Op grond van welk artikel uit de erfgoedverordening het besluit genomen is;
- Een toelichting op het besluit tot aanwijzing als gemeentelijk monument;
- Een toelichting hoe het college het advies van de gemeentelijke adviescommissie heeft meegenomen in zijn besluit;
- Een inhoudelijke reactie op eventuele zienswijzen;
- Een toelichting op de rechtsgevolgen van het besluit;Contactgegevens voor meer informatie;
- Informatie over mogelijkheid tot bezwaar en beroep;
- Als bijlagen: het collegebesluit, de redengevende omschrijving en het advies van de commissie.
In dit artikel las je in het kort hoe de aanwijzingsprocedure voor gemeentelijke monumenten werkt op basis van de Erfgoedverordening. Wil je meer verdieping? Lees dan onze Handreiking Aanwijzing gemeentelijk monument.
(Beeldverantwoording: André Russcher)
Deel dit artikel
Categorieën
Tags
Gerelateerde berichten
Het aanwijzen van gemeentelijke monumenten in het omgevingsplan
Categorie: Omgevingswet
Gemeenten kunnen gebouwen, objecten of structuren aanwijzen als gemeentelijk erfgoed. In dit artikel lees je hoe deze procedure in z'n werk gaat.
Aan de slag met archeologie onder de Omgevingswet: drie praktische tips
Categorie: Archeologie, Omgevingswet
In Nederland zijn gemeenten verantwoordelijk voor archeologie binnen hun gemeentegrenzen. Ze moeten hun beleid voor archeologie borgen in het omgevingsplan. Hoe zorg je dat je daar klaar voor bent? In dit artikel geven we je drie praktische tips om goed voorbereid te zijn.