Kortere beslistermijnen voor vergunningplichtige zonnepanelen of warmtepompen
Door Rosanne Bruinsma, Famke van Dam, Marrit van Zandbergen
Eind vorig jaar is de “EU Verordening tot vaststelling van een kader om de inzet van hernieuwbare energie te versnellen” van kracht geworden. Het doel van de Noodverordening is het versnellen van vergunningprocedures voor hernieuwbare energieprojecten. Hier valt ook het plaatsen van zonnepanelen of warmtepompen onder. De verordening is van toepassing op vergunningaanvragen die na 30 december 2022 zijn ingediend en geldt voor de duur van 18 maanden.
Vergunningaanvragen voor zonnepanelen (kleinschalig) en erfgoed
Als een vergunning nodig is voor het plaatsen van zonnepanelen wordt in de meeste gevallen de reguliere procedure uit de Algemene wet bestuursrecht gevolgd met een beslistermijn van acht weken. De verordening brengt hierin in zoverre verandering dat kortere termijnen gelden. Voor zonnepanelen stelt de verordening als hoofdregel dat binnen een maand geantwoord moet zijn op de aanvraag. Gebeurt dit niet, dan wordt de vergunning geacht te zijn toegekend.
Om te voorkomen dat een vergunning van rechtswege gaat gelden voor zonnepanelen op-, aan- en rondom monumenten en gebouwen in beschermde stads- en dorpsgezichten, is het van belang dat er binnen vier weken een antwoordbrief wordt toegezonden aan de aanvrager. Dat hoeft nog geen besluit op de aanvraag te zijn.
In zo’n brief informeert de gemeente de aanvrager dat de aanvraag betrekking heeft op een beschermd pand en dat de beoordeling van de aanvraag zorgvuldig moet geschieden en zo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd. In de handreiking ‘Toelichting voor gemeenten en provincies EU-Noodverordening hernieuwbare energie’ wordt op pagina 11 en 12 ingegaan op deze variant en op de vraag of deze brief een besluit, een ontvangstbevestiging of een antwoord zou moeten heten. Er is namelijk onduidelijkheid over de betekenis van de term ‘antwoord’ in de verordening. De brief moet meer zijn dan een ontvangstbevestiging maar hoeft nog een compleet besluit te zijn. Het doel van de brief is te voorkomen dat een vergunning van rechtswege wordt geacht te zijn verleend.
Een voorbeeld passage voor deze brief:
Hierbij bevestigen wij de ontvangst van de aanvraag voor …(zonnepanelen)… op …(adres)…. De “EU Verordening tot vaststelling van een kader om de inzet van hernieuwbare energie te versnellen” stelt dat gemeenten binnen vier weken moeten antwoorden op aanvragen voor zonnepanelen. Wij doen dit middels deze brief. Uw aanvraag heeft betrekking op een monumentaal pand / pand in beschermd stadsgezicht. De beoordeling van de aanvraag vergt daarom een zorgvuldige voorbereiding. Wij zullen zo spoedig mogelijk doch in elk geval binnen acht weken een besluit nemen.
Zonnevelden
Naast de verplichting om in gevallen als hierboven beschreven binnen vier weken te antwoorden, geldt voor grootschaliger zonne-energie projecten waarvoor normaliter een langere besluitvormingsprocedure geldt, een maximale beslistermijn van drie maanden. Ook in die projecten kan de bescherming van cultureel of historisch erfgoed in de knel komen door een verkorte beslistermijn. De Noodverordening voorziet daarom in de mogelijkheid een uitzondering te formuleren op de voorgeschreven kortere beslistermijn. Denkbaar is dat zo’n uitzondering op landelijk niveau wordt geregeld, maar het is ook denkbaar dat gemeenten lokaal een uitzondering formuleren, bijvoorbeeld in de Erfgoedverordening.
Daarin kan dan geformuleerd worden dat artikel 4, eerste lid, van de Noodverordening niet geldt voor besluiten op aanvragen om omgevingsvergunningen voor de installatie van apparatuur voor zonne-energie in gevallen waarin die installatie is voorzien op monumenten en gebouwen in beschermde stads- en dorpsgezichten.
Vergunningaanvragen voor warmtepompen en erfgoed
Voor wat betreft warmtepompen bepaalt de verordening dat binnen een maand op de aanvraag moet zijn beslist en in geval van grondwarmtepompen binnen drie maanden. Na ommekomst van deze termijn ontstaat geen vergunning van rechtswege, maar moet wel rekening worden gehouden met andere gevolgen van niet tijdig beslissen, zoals de verbeurte van een dwangsom na ingebrekstelling.
Ook hier voorziet de Noodverordening in de mogelijkheid om vanwege redenen die verband houden met de bescherming van cultureel of historisch erfgoed een uitzondering te maken op de voorgeschreven beslistermijnen. Hoe zo’n uitzondering kan worden vormgegeven is hierboven beschreven.
Vragen?
Als u vragen heeft over dit artikel of over de noodverordening, kunt u contact opnemen met Rosanne Bruinsma of Marrit van Zandbergen van het Steunpunt Cultureel Erfgoed Noord-Holland.
Verder lezen
(Beeldverantwoording: André Russcher)
Deel dit artikel
Categorieën
Tags
Gerelateerde berichten
Masterclass: Erfgoedbescherming in het omgevingsplan
Categorie: Gebouwd erfgoed, Omgevingswet
Kijk nu de Masterclass: Erfgoedbescherming in het omgevingsplan!
Handreiking: Vormen van erfgoedbescherming in het omgevingsplan
Categorie: Gebouwd erfgoed, Omgevingswet
Deze handreiking helpt ambtenaren bij het kiezen van passende beschermingsvormen voor erfgoed in het omgevingsplan. Ontdek praktische tips, regels en nieuwe procedures onder de Omgevingswet. Onmisbaar voor erfgoedbescherming!