Archeologische opgraving als inspiratie voor de Albertshoeve

Projectgegevens
  • Naam: Albertshoeve 
  • Locatie: Klapweide, Castricum 
  • Type bebouwing: 27 sociale huurwoningen 
  • Opdrachtgever: Exploitatiemaatschappij Egmond  
  • Architect: Eddo Carels, caas architecten (architect in 1995 bij Reus en Leeuwenkamp Alkmaar) 
  • Stedenbouwkundig plan: KuiperCompagnons 
  • Status: gerealiseerd in 1996 
Bevindingen
  • Bij aanvang van het project bestond het plangebied uit een open weiland, gelegen op een voormalige strandwalvlakte in het estuarium van het Oer-IJ. 
  • In de voorbereidende fase is uitgebreid archeologisch onderzoek uitgevoerd door de toenmalige Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (nu: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed). 
  • Tijdens deze opgravingen kwamen sporen uit diverse tijdsperiodes aan het licht, waaronder greppels en waterputten uit de Romeinse tijd, en resten van kleine boerderijen, greppels en waterputten uit de vroege en late Middeleeuwen.  
  • Archeoloog Jan-Kees Hagers gebruikte kleurcoderingen op de opgravingstekening om deze verschillende tijdlagen inzichtelijk te maken. Zo'n tekening wordt ook wel een 'alle sporen-kaart' genoemd: een overzichtskaart waarop alle tijdens het archeologisch onderzoek aangetroffen sporen en vondsten zijn weergegeven. 
  • Een bijzondere vondst was die van een grafveldje met het skelet van een vrouw, voorzien van een halsketting. Dit skelet – later gereconstrueerd en in 2006 de naam 'Hilde' gegeven – bleek het eerste van meerdere menselijke resten in het gebied. De vondst vormde overtuigend bewijs dat er tussen 250 en 500 na Chr. menselijke bewoning was in deze delta van het Oer-IJ.  
  • Ter herinnering aan deze opgravingen werd in 1999 bij de boerderij Albertshoeve een kunstwerk van brons en terrazzo geplaatst. Het ontwerp is van de Amsterdamse kunstenaar Nicolaas L.M. Dings. De naam van het kunstwerk Terra Sigillata betekent 'gestempeld aardewerk'. Het is een kunstzinnige herinnering aan de archeologische vondsten uit de Oosterbuurtopgraving.  
  • In 2015 opende het provinciale archeologiedepot van Noord-Holland in Castricum, dat vernoemd werd naar Hilde: het Huis van Hilde.

Timpaan met abstracte opgravingstekening

Gevelpaneel met toelichting op timpaan

Succesfactoren 

Een belangrijke succesfactor van het project Albertshoeve was de manier waarop de archeologische vondsten zijn geïntegreerd in het ontwerp van de nieuwbouw. Architect Eddo Carels, destijds werkzaam bij bureau Reus en Leeuwenkamp, volgde het veldonderzoek met grote belangstelling: "Ik vond het interessant om de archeologische opgravingen van dichtbij te zien – wat gebeurt er, en wat kun je eigenlijk waarnemen?"  

Deze fascinatie vertaalde hij in een ontwerp waarin de geschiedenis tastbaar is gemaakt voor bewoners en bezoekers. Zo is een fragment van de opgravingstekening met bewoningssporen uit verschillende perioden, de Romeinse Tijd tot de Vroege en Late Middeleeuwen, afgebeeld op het timpaan boven de entree van de huurwoningen, met daarnaast een verklarend paneel.  

Op het eerste gezicht oogt het misschien wat vreemd: een klassiek timpaan boven de voordeur van een rij nieuwbouwwoningen. Toch is de keuze om juist daar archeologische sporen af te beelden bij nader inzien best logisch. In de klassieke Griekse en Romeinse bouwkunst werd het timpaan vaak gebruikt om de hoofdingang van een gebouw te markeren, doorgaans met rijke decoraties of reliëfs die verhalen vertelden of macht uitstraalden. Diezelfde functie heeft het timpaan hier in Castricum: het benadrukt de entree, maar in plaats van mythologische taferelen toont het de werkelijke geschiedenis van de plek op de plek waar archeologische resten uit de Romeinse tijd zijn gevonden. Dit is een bijzondere versmelting van erfgoed, kunst en architectuur. Archeologie wordt op deze manier letterlijk zichtbaar in het straatbeeld. De gekozen vorm, een timpaan, versterkt deze betekenis. 

In het beeld zijn geometrische vormen verwerkt, waaronder een voet die verwijst naar het begraven verleden

Ook het kunstwerk bij de boerderij ter nagedachtenis aan Hilde draagt bij aan de zichtbaarheid van het erfgoed in de wijk. Het beeld, ontworpen door Nicolaas Dings, heet Terra Sigillata – vernoemd naar Romeins aardewerk. Het kunstwerk symboliseert de rijke bodemgeschiedenis van de plek, waaronder de vondst van het skelet van een vrouw ('Hilde') uit de Romeinse tijd en een gouden Keltische munt. In het beeld zijn geometrische vormen verwerkt, waaronder een voet die verwijst naar het begraven verleden. De vormgeving doet denken aan fragmenten van antieke beelden zoals de Kolossus van keizer Constantijn. Het werk maakt op abstracte wijze de geschiedenis tastbaar in het straatbeeld. 

Kunstwerk dat is gemaakt na de opgravingen

Struikelblokken

Tijdens de ontwikkeling van Albertshoeve stuitte men op verschillende uitdagingen. Een van de grootste struikelblokken was het gebrek aan een bestaande verkavelingsstructuur. Het project vond namelijk plaats op een voormalige weilandlocatie. Hierdoor is in het stedenbouwkundig plan geen rekening gehouden met het ondergrondse bebouwingspatroon. 

Het project kende bovendien een lange looptijd, waarin meerdere architecten betrokken waren voor de afzonderlijke deelplannen. Dit maakte afstemming en regie complex. Vanwege de beperkte ambtelijke capaciteit bij de gemeente Castricum werd Eddo Carels gevraagd om toe te zien op de uitwerking van de uitgangspunten uit het stedenbouwkundig plan. Het gebruik van de archeologische sporen in het ontwerp van zijn deelplan was zijn eigen keuze.  

Verder is maar een deel van het archeologisch terrein onderzocht en later weer dicht gemaakt ten behoeve van de woningbouw. Mogelijk zijn er bij de benodigde funderingswerkzaamheden archeologische waarden verstoord.

Tips 

Een belangrijke les uit het project Albertshoeve is dat archeologie een waardevolle inspiratiebron kan zijn voor ontwerpers. Door archeologische gegevens te vertalen naar fysieke elementen in de openbare ruimte – zoals geveldecoraties, kunstwerken of straatmeubilair – wordt het verleden zichtbaar en tastbaar voor bewoners en bezoekers. Moderne technieken zoals augmented reality, interactieve installaties of landschappelijke ingrepen kunnen deze beleving nog verder versterken. 

Daarnaast is het van belang om archeologie vanaf het begin mee te nemen in het ontwerpproces. Wanneer ontwerpers, archeologen en stedenbouwkundigen vanaf de planvorming samenwerken, ontstaan er sterkere integraties van erfgoed in de ruimtelijke inrichting. Dit leidt tot unieke plekken met een eigen identiteit en vergroten de bewustwording en waardering van erfgoed. 

Gemeenten spelen hierin een belangrijke rol. Door het opstellen van verwachtingskaarten waarin archeologische en cultuurhistorische waarden zijn opgenomen, kunnen zij beter anticiperen op archeologische potentie in een gebied. Dit geldt niet alleen voor binnenstedelijke locaties, maar zeker ook voor het buitengebied, waar archeologische resten vaak minder zichtbaar zijn. 

Meer informatie

Oud Castricum
Huis van Hilde

(Tekst: Sander van Alphen, beeld: André Russcher)

Deel dit artikel

Categorieën

Tags

Gerelateerde berichten

  • Van missie naar maatwerk: het Missiehuis

    Categorie: Voorbeeldprojecten

    Een belangrijke succesfactor van het project Albertshoeve was de manier waarop de archeologische vondsten zijn geïntegreerd in het ontwerp van de nieuwbouw. Architect Eddo Carels, destijds werkzaam bij bureau Reus en Leeuwenkamp, volgde het veldonderzoek met grote belangstelling.

  • De vleermuizen in de Bavokerk

    Categorie: Voorbeeldprojecten

    Bij de restauratie van de Bavokerk in Haarlem kregen vleermuizen nieuwe verblijfplaatsen, waardoor zowel het Müllerorgel als de dieren worden beschermd — een mooi voorbeeld van natuurinclusieve monumentenzorg.