Erfgoedteam: Ambacht en innovatie

In de huidige opvattingen over monumentenzorg staat bij restaureren het behoud en versterken van de monumentale waarden voorop. Die monumentale waarden zitten bijvoorbeeld in de bouwonderdelen die ambachtelijk zijn vervaardigd, zoals decoratieve gevelornamenten of stucwerk.

Nu veel van deze ambachten steeds meer dreigen te verdwijnen bieden nieuwe innovatieve technieken zoals 3d-printen hier mogelijk oplossingen voor. Sinds dit voorjaar heeft 3DMZ in Haarlem een Bouwlab voor innovaties binnen de bouwsector waarin zij onder andere experimenteren met digitalisering en 3D-printen van sierornamenten bij renovaties van gebouwen.

Het Erfgoedteam was bij hen te gast en kreeg een rondleiding door de hal waar verschillende machines staan opgesteld en meerdere voorbeelden te zien zijn, zoals een tiny house geprint van houtvezel. Tijdens één van de rondleidingen onder leiding van projectleider Annette Beerepoot spraken we over de verschillende technieken die mogelijk zijn, de verschillende nieuwe materialen die kunnen worden toegepast en de mogelijkheden die digitaal scannen biedt om de actuele situatie van gebouwen vast te leggen.

We stonden stil bij een geprinte console van een huis in het beschermde stadsgezicht van Haarlem. De houten console verkeert in slechte staat en volgens de eigenaar is hij aan vervanging toe. Zij bracht de console naar de 3d zone met de vraag of deze geprint kon worden. Wat de eigenaar hiermee wilde onderzoeken waren de mogelijkheden qua materialen, de kosten die daar mee gemoeid gaan in verhouding tot het ambachtelijke houtsnijwerk en in hoeverre dit een verantwoorde oplossing is voor een statig pand dat geen monument is maar wel bijzondere gevelornamenten heeft en onderdeel is van het beschermde stadsgezicht. Hoe ga je om met vernieuwing versus authenticiteit? Volgens de ambtenaar van de gemeente is het lastig in het beschermde stadsgezicht af te dwingen dat er bepaalde materialen worden toegepast (anders dan bij monumenten). Het is een grijs gebied bij vergunningverlening, de regels gaan over hoofdvorm en detaillering.

Dit voorbeeld illustreert een van de vragen waarover de aanwezigen met elkaar in gesprek gaan. Onder hen beleidsmakers en vergunningverleners van gemeenten, erfgoedadviseurs, docenten van erfgoedopleidingen.

Aanwezig is Hendrik Tolboom, adviseur natuursteen van de RCE. In zijn presentatie laat hij de geschiedenis van het gebruik van natuursteen voorbij komen, om stil te staan bij ca 1850: toen werden op grote schaal mallen gemaakt om terra cotta te gieten ter vervanging van kapot natuursteenwerk. Conclusie: dat was in de negentiende eeuw een revolutie vergelijkbaar met wat er nu aan de hand is. Zorgen over ‘zielloosheid’ van machinale reproductie leven al minstens 100 jaar (citaat Jan Kalf 1918). Volgens Tolboom sluiten ambachtelijk en digitale technieken elkaar niet uit. Om de machines te instrueren heb je een goed model nodig, dat vervolgens wordt gescand en uitgefreesd. De machine kan een deel van productieproces op zich nemen maar heeft nog wel een finishing touch nodig van de steenhouwer.

Ron Baltussen, die als restauratiearchitect betrokken is geweest bij onder andere de restauratie van Airey woningen in de wijk Jeruzalem (naoorlogse prefab bouw) in Amsterdam, vertelde dat de restauratie van dit rijksmonument discussie opriep voor wat betreft het toepassen van nieuwe materialen. Als je een ander materiaal introduceert dan moet je je afvragen hoe dit reageert op de bestaande materialen, of er een kleurverschil optreedt en welk risico je loopt bij het verouderingproces. Zo ontstaan gewetensvragen en paradoxen die ontstaan doordat machinaal geproduceerde panden aan restauratie toe zijn.

De meningen onder de aanwezigen liepen nogal uiteen over de toepasbaarheid van nieuwe technieken versus monumentale waarden. Hier is het laatste woord nog niet over gezegd, de bijeenkomst van vandaag was dan ook bedoeld als een kennismaking met de diverse mogelijkheden. Eén ambtenaar ziet de toepassing van nieuwe materialen als een mogelijke tijdelijke oplossing waarbij hij er van uit gaat dat dit goedkoper zou zijn maar prefereert bij monumenten toch echt de oorspronkelijke materialen.

Volgens Tolboom is het 3d printen met nieuwe materialen niet persé goedkoper dan het ambachtelijke proces van bijvoorbeeld steenhouwen .

Gastvrouw Annette Beerepot sluit de bijeenkomst af met de opmerking dat zij vanochtend een paar keer hoorde dat nieuwe technieken goed inzetbaar zouden kunnen zijn voor massale productie terwijl het bij 3DMZ juist gaat om het ontwikkelen van unieke producten en minder om serie en massaliteit.

(Beeldverantwoording: 3D Makers Zone)

Deel dit artikel

Categorieën

Tags

Gerelateerde berichten

  • Stille ruilverkaveling: historische verkavelingspatronen in het geding

    Categorie: Cultuurlandschap

    Watererfgoed is van belang voor de identiteit van Noord-Holland. Onderdeel van dat watererfgoed zijn historische waterstructuren, maar die zijn lang niet altijd beschermd. Onderzoek wijst uit dit erfgoed in onze provincie verdwijnt en dat er onvoldoende borging bij gemeenten. 

  • ‘Erfgoed als uitgangspunt’, een interview met Carola Hein

    Categorie: Gebouwd erfgoed, Omgevingswet

    Carola Hein sprak tijdens ons Samen Slimmer symposium over de veelzijdige historie van ons water en benadrukte hoe belangrijk het is om hier op een brede manier over na te denken. Hoe kunnen we omgaan met de waardeverandering in relatie tot ons watererfgoed? En hoe kunnen we het narratief benutten door het watererfgoed in te zetten voor een duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving?