Interview met architect Ninke Happel, keynote-spreker bij de Dag van Herbestemming

Op 30 oktober organiseren wij de Noord-Hollandse Dag van Herbestemming en Duurzaamheid. Dit jaar trappen we af met een keynote van Ninke Happel (Happel Cornelisse Verhoeven). Het bureau staat bekend om de vernieuwende blik op bestaande gebouwen en het vermogen om ontwerp te koppelen aan maatschappelijke betekenis. In aanloop naar haar lezing spraken we met Ninke over ontwerpkracht, het belang van lef én de cruciale rol die ambtenaren kunnen spelen in het herbestemmingsvraagstuk. 

“Ontwerpkracht begint bij onzekerheid”

Als het gaat over herbestemming en sloop, wordt er volgens Ninke Happel in Nederland nog te vaak gedacht vanuit de zekerheid van goed te beheersen kaders van tijd en geld. Daarmee sluit je juist de kracht van ontwerpers aan het begin van een proces al buiten. Die kracht ligt in het omgaan met het onbekende: “Ontwerpers kunnen zoeken naar dingen waarvan je niet wist dat je ze wilde vinden. Maar in de praktijk wordt vaak pas een architect ingeschakeld wanneer de kaders al dichtgetimmerd zijn. Dat is zonde, want juist vroeg in het proces ligt de kans om gebouwen te behouden en een nieuwe toekomst te geven.” 

“Behoud begint bij nieuwsgierigheid. Welke gebouwen hebben we eigenlijk? Welke potentie zit daarin? En wat heeft de gemeenschap nodig?”

Die manier van kijken vraagt om een andere houding van gemeenten. Niet wachten tot een ontwikkelaar met een plan komt, maar zelf vroegtijdig onderzoeken wat er in de bestaande voorraad kan. Behoud begint bij nieuwsgierigheid. Welke gebouwen hebben we eigenlijk? Welke potentie zit daarin? En wat heeft de gemeenschap nodig?” 

Hoe kan dat goed? Happel pleit voor structurele inbreng van ontwerpers in gemeentelijke processen. Een stads- of dorpsbouwmeester kan daarin een sleutelrol spelen: “Je hebt iemand nodig die overzicht heeft over de gebouwvoorraad, de behoeften in de gemeenschap én de ruimtelijke kwaliteit. Het gaat over matchmaking; het vinden van een passende functie voor een gebouw. Iemand die kan zeggen: dit gebouw verdient een kans. Daarmee krijgen ambtenaren een kwaliteitsvol en gemeenschapsgericht tegenwicht tegen de korte-termijnlogica van vastgoed.” 

Ontwerpers komen te laat in beeld

Een rode draad in Happels betoog is haar frustratie dat ontwerpers vaak pas worden ingeschakeld als besluiten eigenlijk al genomen zijn. 

“Ik kom bijna altijd te laat aan tafel. Dan is de sloop al besloten, vaak op oneigenlijke gronden. Terwijl behoud altijd op z’n minst een serieuze overweging waard is.” 

De sleutel ligt volgens haar bij gemeenten en hun ambtenaren: “Als je als gemeente al vóór een tender laat onderzoeken wat mogelijk is met een gebouw, heb je veel meer speelruimte. Dat vraagt om visie, maar ook om durf.”  

Tijdens haar keynote zal Happel haar visie illustreren met een aantal concrete projecten, zoals bijvoorbeeld het stadhuis in Groningen, een wederopbouw kerk in Heerlen en een voormalige V&D in Den Helder. Met de voorbeelden laat zij zien dat herbestemming niet zozeer draait om tijd en geld maar vooral vraagt om visie en creativiteit om binnen die kaders behoud en continuïteit mogelijk te maken.

Natuurlijk is behoud belangrijk. Maar gebouwen dragen ook verhalen en collectief geheugen. Het gaat erom hoe je dat verhaal doorgeeft aan de volgende generatie. Soms betekent dat: alles zo veel mogelijk behouden. Soms betekent het: durven ingrijpen zodat het gebouw ook echt gebruikt blijft worden.”

Gebruik is het beste behoud

Ambtenaren die met erfgoed werken, zijn vaak gericht op het materiële aspect: behoud van die bijzondere steen, dakrand of kozijn. Happel pleit voor een verbreding: Natuurlijk is behoud belangrijk. Maar gebouwen dragen ook verhalen en collectief geheugen. Het gaat erom hoe je dat verhaal doorgeeft aan de volgende generatie. Soms betekent dat: alles zo veel mogelijk behouden. Soms betekent het: durven ingrijpen zodat het gebouw ook echt gebruikt blijft worden. Voormalig Rijksbouwmeester Floris Alkemade zei het zo: ‘Op het moment dat gebruikers voor wie het gebouw ontworpen is, zich niet meer thuis voelen in een gebouw; dan is er sprake van een ontwerpopgave.’” Dat vraagt van ambtenaren dat zij niet alleen naar erfgoed als object kijken, maar vooral ook naar de maatschappelijke waarde van plekken.  

Een gebouw dat leegstaat, verliest snel aan waarde – in beeld én in beleving. Dat maakt het kwetsbaar voor sloop. Happel: “Gebruik is altijd het allerbelangrijkste. Daarom moeten gemeenten niet alleen onderhoudsplannen maken, maar ook gebruiksplannen. Welke gebouwen komen vrij? Welke behoeftes spelen er over tien jaar? Als je dat weet, kun je leegstand voor zijn en gebouwen een nieuwe toekomst geven.” 

Dag van herbestemming op 30 oktober

Op de Dag van Herbestemming wil Happel ambtenaren vooral inspireren én uitdagen: “Durf verder te kijken dan behoud om het behoud. Zet ontwerpkracht vroeg in. Stel de vraag: wat kan dit gebouw betekenen voor de gemeenschap van nu en straks? Als je dat doet, ontdek je dat herbestemming niet alleen beter is dan sloop – het is ook gewoon veel leuker.” 

Kom je ook luisteren naar Ninke Happel, en meedoen aan werksessies over herbestemming en verduurzaming in de praktijk? Je kunt je hier aanmelden. 

Deel dit artikel

Categorieën

Tags

Gerelateerde berichten

  • Een gasloos monument met een slimme inpassing van installaties

    Categorie: Duurzaamheid, Voorbeeldprojecten

    Na het vertrek van jeugdtheater De Krakeling besloot de eigenaar, een commerciële belegger, het gebouw te transformeren tot een kantoor. Kodde Architecten werd ingeschakeld vanwege hun ervaring met vergelijkbare projecten.

  • Biobased isoleren in een stolpboerderij

    Categorie: Duurzaamheid, Voorbeeldprojecten

    In 2023 werd deze stolp gekocht door Roel de Nijs en Aletta Boelens, met het plan het gebouw te transformeren tot woning met een Bed & Breakfast.