Bruggen, kades, sluizen, gemalen… dit zijn objecten of structuren die vaak als erfgoed zijn aangewezen. Ze zijn ook meestal in eigendom bij gemeenten of andere overheidsinstanties, zoals Rijkswaterstaat of een hoogheemraadschap. We kunnen dit type erfgoed vangen onder de noemer ‘infrastructureel erfgoed’. Bij infrastructureel erfgoed spelen er vaak vragen over veiligheid, bereikbaarheid en beschikbaarheid: de functie van het erfgoed is van belang, en dat heeft invloed op hoe je omgaat met de erfgoedwaarden van het object. Hoe kun je als erfgoedambtenaar verstandig adviseren over dit type erfgoed, richting een externe opdrachtgever, maar ook naar je eigen collega’s van de afdeling Beheer? Deze en andere vragen kwamen aan bod tijdens dit Erfgoedteam. Hier onder volgt een beknopte weergave van de bijeenkomst.

Wim de Wagt, adviseur Erfgoed en Ruimte, gemeente Haarlem

Gaf een presentatie over het Haarlemse bruggen op kleur-project en zoomde daarna in op de Gravestenenbrug, die bijna wordt opgeleverd na een restauratie. Rond deze brug speelden verschillende belangen die moesten worden afgewogen: verkeersveiligheid, onderhoud, erfgoedwaarden en algehele omgevingskwaliteit.

  • Bruggen zijn meer dan functionele verbindingen, het zijn ook symbolen.
  • Door de jaren heen is de (witte) verfkwast over de Haarlemse bruggen gegaan, zonder oogk te houden voor de verschillende onderdelen van de brug. De bruggen zijn oorspronkelijk nadrukkelijk in samenhang met de omgeving ontworpen, tot de kleurstelling aan toe. Door het Haarlemse bruggen op kleur-project worden bruggen weer teruggebracht naar hun oorspronkelijke uiterlijk.
  • De casus van de Gravestenenbrug. De brug lijkt ouder dan die is – de brug stamt uit 1950 en is toentertijd historiserend ontworpen. De uitdagingen die bij deze meest gefotografeerde brug van Haarlem ontstonden betroffen de verkeerssituatie (1) en de onderhoudsstaat (2).

1) Het voetpad op de kade werd verlegd en stuitte toen op het hekwerk van de brug op het bruggenhoofd. Ook wilde de afdeling Verkeer slagbomen bij of op de brug plaatsen. Door de jaren heen was het gebiedje rond het bruggenhoofd daarbij verrommeld door de plaatsing van een prullenbak en een fietsenstalling. De verschillende gemeentelijke afdelingen en de gemeentelijke adviescommissie hebben samengewerkt om tot een afweging te komen die aan alle belangen recht deed. De belangrijkste les uit deze situatie is dat de brug en het omringende gebied in samenhang beschouwd moeten worden. Maak een inrichtingsplan. Zo voorkom je doodlopende voetpaden en fietsenstallingen op verkeerde plekken. Dit kan alleen samen, de situatie dient integraal beschouwd te worden, dus moeten alle relevante gemeentelijke afdelingen en instanties deel uitmaken van het projectteam.

2) Tijdens de restauratieve werkzaamheden werd ontdekt dat de brug constructief in slechte staat was. Dit is het gevolg van jarenlang achterstallig onderhoud. Het gevolg was een veel duurder en langer project dan verwacht. De belangrijkste les is dat je dit kunt voorkomen door te investeren in onderhoud. Dit is op de lange termijn goedkoper én beter te voorspellen.

Eva Zonneveld, omgevingsmanager, Hoogheemraadschap Rijnland

Gaf een presentatie over het uit de zestiende eeuw stammende en gemeentelijk monumentaal sluizencomplex bij Halfweg, direct naast de N200. Het sluizencomplex vormt een ensemble met het verderop gelegen gemaal en de verbinding daartussen. In deze situatie ontstond een belangenafweging tussen waterveiligheid en erfgoed. De presentatie is via de onderstaande knop te bekijken.

Een sluis is een flessenhals in het watersysteem. In dit geval kan het verderop gelegen gemaal door die vernauwing niet genoeg water afvoeren, waardoor bij veel regenval de waterveiligheid in de Haarlemmermeer in gevaar kan komen. De flessenhals moet dus verbreed worden, maar de sluis is gemeentelijk monument. Na een lang voortraject waarin (gedeeltelijke) sloop werd overwogen en de monumentenstatus werd aangevochten valt er een politiek besluit om voor behoud van het monument te kiezen. Er ontstond een plan waarin beide belangen – waterveiligheid en erfgoed – behartigd worden. Onder het sluizencomplex komt een ‘brievenbus’, die een veel grotere waterdoorstroom mogelijk maakt, en het monument wordt boven water zoveel mogelijk gerestaureerd. So far so good, zou je zeggen.

De kosten van het project lopen echter uit de hand – drie keer zoveel als begroot – en ondanks de zorgvuldige aanpak blijft onherstelbare schade aan het monument een reële kans. De dilemma’s die worden opgeworpen zijn: zijn de maatschappelijke kosten te verantwoorden, welke instanties dragen daar dan aan bij, en is de kans op aantasting van het monument acceptabel? Na discussie in de digitale zaal over de extreme standpunten van behoud en sloop ontstaat consensus dat beide aanpakken pijn doen. In dit geval konden de belangen alleen verenigd worden tegen een hoge financiële prijs. Het was een politiek besluit om voor behoud van het monument te gaan. Dekking van de kosten werd echter voornamelijk aan het hoogheemraadschap toebedeeld. De les lijkt hier te zijn dat als er gekozen wordt voor het publieke belang van het behoud van een (belangrijk) stukje waterstaatkundige geschiedenis, er wel een realistische financiële dekking moet zijn.

Vragen uit de zaal

Na de presentaties was er uitgebreid tijd voor het gesprek. Vertegenwoordigers van de provincie, het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en Rijkswaterstaat waren aanwezig om antwoord te kunnen geven op vragen van de deelnemers. Hieronder worden de belangrijkste inzichten puntsgewijs opgesomd.

  • Er bestaan vaak meerdere adviesstromen naast elkaar. Bijvoorbeeld advisering door de provincie, de gemeente en de gemeentelijke adviescommissie. Dat kan efficiënter worden ingericht dan nu vaak het geval is. Natuurlijk moet de advisering onafhankelijk blijven, maar het kan meer samen en tegelijk.
  • Over de integrale aanpak van een infrastructureel project: wie neemt het initiatief om samen op te trekken? Soms wordt de erfgoedambtenaar op tijd gevraagd, maar soms moet je ook zelf aan tafel gaan zitten of het gezamenlijke gesprek organiseren. Wees alert. Alleen met een integrale aanpak worden de uitgangspunten voor erfgoed duidelijk; die kun je niet ‘even meegeven’.
  • Aan de voorkant van een proces kun je de kansen veel beter meegeven; aan de achterkant is het vooral repareren. Het is dus van belang om erfgoedwaarden te inventariseren en ervoor te zorgen dat andere afdelingen hiervan op de hoogte zijn. Kijk ook eens naar de lessen uit het Erfgoedteam: Erfgoed op de kaart, waarbij werd besproken hoe je erfgoedwaarden in de gemeentelijke systemen kan laten landen. Vervolgens kun je hier het gesprek over voeren (zie vorige punt).
  • Je kunt binnen de gemeente afspreken dat aan het begin van een (infrastructureel) project alle belangen worden geïnventariseerd en dat voor de behartiging daarvan budget wordt gereserveerd. Zo zijn de kosten bij voorbaat gedekt en wordt de behartiging van het erfgoedbelang geen financiële complicatie. Bijkomend voordeel is dat je op tijd weet wat de erfgoedwaarden binnen een technisch project zijn en dat je daar ook publiciteit aan kan geven, wat weer draagvlak en bewustzijn creëert.
  • Gemeente Amsterdam heeft het Werkkader Erfgoed Programma Bruggen en Kademuren (2022) opgesteld. Ter inspiratie kun je dit document hier downloaden.

(Beeldverantwoording: Gemaal de Ronde Hoep Ouderkerk aan de Amstel. Foto Els Zweerink)

Deel dit artikel

Categorieën

Tags

Gerelateerde berichten

  • Samen voor Erfgoed: impressie van een inspiratiemiddag voor gemeenten en hun erfgoedvrijwilligers

    Categorie: Archeologie, Gebouwd erfgoed

    Op 21 november organiseerden wij als Steunpunt Cultureel Erfgoed samen met Erfgoedvrijwilliger een inspiratiemiddag voor gemeenten en hun erfgoedvrijwilligers. In deze korte impressie lees je er meer over en krijg je een aantal tips mee.

  • Inspiratie uit Haarlem: erfgoed sneller verduurzamen door het maken van monumentenclusters

    Categorie: Duurzaamheid, Gebouwd erfgoed

    Gemeente Haarlem loopt voorop in het behalen van klimaatdoelen: ze zijn voortvarend bezig met het terugbrengen van de CO²-uitstoot en streven ernaar om in 2040 aardgasvrij te zijn. Hoe zorgt de gemeente ervoor dat erfgoed niet achterblijft in het tempo van de energietransitie?