De energietransitie vraagt om uitbreiding van het stroomnet, met ingrijpende werkzaamheden in de ondergrond van Noord-Holland als gevolg. Dit raakt ook archeologisch erfgoed. We spraken met archeologe Anne Krauwer (Qterra) over het belang van samenwerking op het snijvlak van archeologie en energietransitie.
De energietransitie in relatie tot erfgoed
De energietransitie is in volle gang en brengt grote veranderingen met zich mee; Nederland schakelt over naar een duurzame energievoorziening en dat vereist een verdubbeling van de netcapaciteit in een bodem die al vol zit. Door de groei van inwoners, bedrijven, elektrische voertuigen en duurzame energie stijgt de vraag naar elektriciteit explosief. Om aan die vraag én aan de gestelde klimaatdoelen te voldoen, is meer duurzame energieopwek nodig, en daarmee uitbreiding en verzwaring van het elektriciteitsnet. Netbeheerder Liander – net als Qterra onderdeel van netwerkbedrijf Alliander – breidt het regionale stroomnet in Noord-Holland fors uit: minimaal 6.600 middenspanningsruimten en ruim 6.000 kilometer middenspanningskabels worden vervangen en extra aangelegd. Samen met Tennet werkt Alliander-dochteronderneming Qirion aan het hoogspanningsnet. Ook laagspanningsnetten worden uitgebreid en waar nodig aangepast. De komende jaren gaat 1 op de 3 straten daarvoor op de schop, wat zorgt voor overlast. Tegelijkertijd is de impact ondergronds aanzienlijk. Naast technische en ruimtelijke uitdagingen zijn er risico’s voor onzichtbaar cultureel erfgoed: archeologie.
In dit artikel lees je hoe er bij deze grootschalige werkzaamheden rekening wordt gehouden met archeologische waarden. Zijn archeologische belangen voldoende verankerd in de aanpak? En hoe kunnen gemeenten hier goed mee omgaan? We spraken met Anne Krauwer over behoud van waardevol ondergronds erfgoed en de urgentie van de energietransitie.
“Het beeld van de archeoloog die pas opduikt als alles al vastligt, moeten we actief doorbreken”
Vooronderzoek bij ondergrondse werkzaamheden
Anne Krauwer is specialist archeologie bij Qterra, een expertorganisatie binnen Alliander die zich bezighoudt met risico- en vooronderzoek op thema’s als bodem, ecologie, explosieven, watersystemen en archeologie. Qterra zorgt ervoor dat werkzaamheden veilig en volgens de regels kunnen worden uitgevoerd. Samen met haar collega’s zet Krauwer zich in op het gebied van archeologie: ze brengen risico’s in kaart, stemmen af met gemeenten en zorgen ervoor dat, waar nodig, de juiste vervolgstappen worden ingezet. Haar aanpak is praktisch, gericht op bewustwording en samenwerking. Archeologie moet geen struikelblok zijn, maar een vanzelfsprekend onderdeel van het planproces. Daarbij is goede afstemming met de betreffende overheden nodig: de energietransitie vraagt om een gezamenlijke en integrale benadering waarin archeologie vanaf het begin wordt meegenomen. Dat heeft voordelen voor zowel het ondergrondse erfgoed als de projectvoortgang. “Het beeld van de archeoloog die pas opduikt als alles al vastligt, moeten we actief doorbreken,” aldus Krauwer.
Aandacht voor archeologie en energietransitie in het omgevingsplan
De werkwijze van gemeenten rondom archeologie kan verschillen: niet overal is het beleid even actueel, en bij kabel- en leidingaanleg ziet Krauwer dat archeologie op de ene plek expliciet is geregeld – bijvoorbeeld via vrijstellingen voor bestaande tracés of smalle sleuven – terwijl dat elders niet is vastgelegd. Met de enorme druk op de energietransitie, zijn dat juist onderwerpen die aandacht verdienen. Volgens Krauwer hoeft niet alles overal hetzelfde te zijn, maar kan de praktijk gebaat zijn bij meer voorspelbaarheid.
“Belangrijk is in elk geval dat archeologie goed wordt meegenomen in het omgevingsplan – met heldere kaders waar nodig, en ruimte waar mogelijk”
Een zekere mate van standaardisatie – in uitgangspunten of beoordelingskaders – kan bijdragen aan duidelijkheid en daarmee de projectvoortgang, zonder de ruimte voor lokaal maatwerk te verliezen. Naast inhoudelijke kennis kunnen handreikingen, staalkaarten of gedeelde uitgangspunten gemeenten helpen richting te geven in dat kader. Belangrijk is in elk geval dat archeologie goed wordt meegenomen in het omgevingsplan – met heldere kaders waar nodig, en ruimte waar mogelijk.
Belangen wegen
Archeologie binnen de energietransitie is niet alleen een vergunningskwestie is, maar vooral een beleidsmatige afweging. In de geest van de Omgevingswet – met het principe van evenwichtige toedeling van functies aan locaties – hebben gemeenten de ruimte om keuzes te maken.
“We hebben het over archeologie, maar het gaat óók over mensen die gewoon hun wasmachine aan willen kunnen zetten”
Die keuzes raken onder meer aan de vraag: wanneer is archeologisch onderzoek noodzakelijk, en wanneer weegt een maatschappelijk belang, zoals het snel kunnen aanleggen van kabels, zwaarder? “We hebben het over archeologie, maar het gaat óók over mensen die gewoon hun wasmachine aan willen kunnen zetten,” aldus Krauwer.
Erfgoedbescherming vindt altijd plaats binnen een bredere maatschappelijke context; de uitdaging ligt in het maken van weloverwogen keuzes, waarbij archeologische belangen worden afgewogen tegen andere publieke belangen zoals energievoorziening, veiligheid en betaalbaarheid.
Tegelijkertijd roept de dagelijkse praktijk vragen op over de effectiviteit van archeologisch onderzoek, bijvoorbeeld een archeologische begeleiding bij de aanleg van ondergrondse infrastructuur. Wat levert het daadwerkelijk op wanneer een archeoloog een smalle kabelsleuf volgt? Is de kenniswinst voldoende om de inzet te rechtvaardigen, of zou archeologisch onderzoek vooral moeten plaatsvinden bij grotere ingrepen waar proefsleuven of vlakdekkend onderzoek mogelijk is? Dit zijn vragen die breder leven in het veld. Gemeenten, archeologische adviseurs en uitvoerders kunnen samen kritisch reflecteren op dit soort keuzes, zodat begeleiding wordt ingezet waar het echt bijdraagt – en beperkt wordt waar het nauwelijks toegevoegde waarde heeft.
Verandering in de ruimte met aandacht voor de plek
Hoewel Krauwer er in haar werk bij Qterra weinig mee te maken heeft, merkt ze wel dat zichtbare ingrepen – zoals de plaatsing van transformatorhuisjes in historische wijken – vragen oproepen over wat ruimtelijk en historisch passend is. Hoe sluit een nieuwe toevoeging aan bij de omgeving en haar geschiedenis? Zulke momenten bieden de kans om verder te kijken dan techniek en functie, en het verhaal van een plek mee te nemen in ontwerp en besluitvorming. Het is goed om te zien dat daar meer aandacht voor komt – want de keuzes van nu bepalen hoe onze omgeving er de komende decennia uitziet.

MOOI Noord-Holland: Zonnepark Voorbeeldprojecten. Zonnepark Tripkouw, Cor Druifplein, Midwoud
Nieuwe thema’s vragen om nieuwe inzichten
Krauwer heeft in haar huidige werk bij Qterra vooral te maken met de directe archeologische raakvlakken met de energietransitie, maar ziet ze ook dat bredere thema’s zoals bodemdaling, droogte, grondwaterfluctuatie en bodemenergie steeds relevanter worden voor het vakgebied. Klimaatverandering heeft impact op de ondergrond en daarmee ook op de staat en veiligheid van archeologische vindplaatsen. Dat kan de keuze voor behoud in situ onder druk zetten, niet omdat er gebouwd moet worden, maar omdat de vindplaats door veranderende omstandigheden zelf instabiel raakt.
Ook ontwikkelingen zoals diepe geothermie, ondiepe bodemenergie en warmtenetten roepen nieuwe vragen op. Wat betekent dit voor ondergronds erfgoed? Hoe groot is de impact? En is daar voldoende over bekend voordat beleidskeuzes worden vastgelegd? Gemeenten staan voor de taak om beleid om te zetten naar concrete regels in het omgevingsplan, maar niet elke gemeente beschikt over voldoende inhoudelijke capaciteit om dit zelfstandig te doen. Uitwisseling tussen gemeenten en kennisdeling met partijen zoals andere overheden, archeologisch uitvoerders, maar ook Alliander en andere netwerkbedrijven kunnen hierbij van grote waarde zijn.
Krauwer pleit dan ook voor het bundelen van krachten en kennis waar mogelijk, zeker nu veel vraagstukken op het snijvlak van archeologie, klimaat en energie nog in ontwikkeling zijn. Energietransitie en erfgoedbescherming zijn geen gescheiden werelden; ze raken elkaar steeds vaker en vragen om een samenhangende aanpak. Dat begint met tijdige afstemming, heldere keuzes en wederzijds begrip. Zo ontstaat ruimte voor een aanpak die zorgvuldig is waar het moet, en doortastend waar het kan.
(Beeldverantwoording: Daniel Nicolas)
Deel dit artikel
Categorieën
Tags
Gerelateerde berichten
Gered van de sloop: de renovatie van de Rode Buurt in Zaandijk
Categorie: Duurzaamheid, Voorbeeldprojecten
Hoe behoud je cultuurhistorische waarde én verduurzaam je tegelijk? De Rode Buurt in Zaandam laat zien dat sloop lang niet altijd de beste optie is.
Beeldverslag Expeditie Schatrijk in de Gooi- en Vechtstreek
Categorie: Archeologie
Zon, archeologie en circa 40 enthousiaste deelnemers – de eerste editie van Expeditie Schatrijk op 19 juni was geslaagd. Expeditie Schatrijk is een rondreizende expeditie langs de tien archeologische aandachtsgebieden van Noord-Holland. In dit beeldverslag lees je meer en kun je meegenieten van het prachtige archeologische landschap.